Gisteren moest ik naar de dokter.

Bovenstaande zin is het beste voorbeeld van een zin die je nooit mag opschrijven.

Maar in mijn geval ligt dat anders, want ik was al vijftig jaar niet bij een dokter geweest. Een huisarts was in mijn jeugd een arts die naar je huis kwam als je ziek was. Maar ‘huisarts’ betekent nu: een arts die met een paar andere artsen een huis huurt waar je heen gaat als je ziek bent.

De laatste arts die naar mijn lichaam keek, was de keuringsarts van het Nederlandse leger die mij vijftig jaar geleden onderzocht. Er bestond toen een dienstplicht. Natuurlijk had ik de voorgaande nacht een ui onder mijn oksel gestoken en stotterde ik de hele kazerne overhoop. Maar hij keurde mij goed, zodat ik naar het buitenland moest vluchten. Toen ik na een paar jaar terugkeerde, lag er geen enkele brief van Defensie. Maar ik ben nog steeds bang dat de marechaussee me komt halen omdat een Amerikaanse president weer eens ergens oorlog wil maken.

Als ik zestig jaar geleden...