Beschouwing / Sport volgens Norbert Elias

‘Sport is voor imbecielen,’ schreef Rudy Kousbroek omstreeks 1970. Hoewel zelf liefhebber en actief beoefenaar van sport was ik het voor de duur van zijn column – onder de titel ‘Elite’ gebundeld in Anathema’s 3 – zonder moeite met hem eens. Kousbroek-lezers behoorden immers in meerderheid tot de maatschappelijke elite die sport – afgezien van cricket en golf, zondagse bezigheden waar je je zondagse pak bij wijze van spreken niet voor hoefde uit te trekken – een volkse aangelegenheid vond, waar zij zelf verre van bleef. Het mag nu haast onvoorstelbaar lijken, maar nog maar enkele decennia geleden leek sport, volkssport, dus sport waarbij je je in het zweet moest werken, inderdaad het exclusieve domein van de ongeletterden.

Dus kan het ook niet verbazen dat er nauwelijks of geen wetenschappelijke belangstelling voor bestond. Die kwam er pas in het kielzog van de beroepssport. Zoals in alle sectoren die in de greep van de...