‘Maak het onderlijf maar bloot’

Gerard Reve is pas drieëneenhalf jaar geleden overleden, op 8 april. Het lijkt al zoveel langer, misschien omdat zijn laatste roman Het hijgend hert van 1998 dateert. Nu is de biografie er, althans het eerste deel: ruim zevenhonderd pagina’s. Er volgen nog twee delen, met een totale omvang van ruim tweeduizend pagina’s. Geen kattenpis.

Maar niet zonder literair precedent. Als het belang van de schrijver en/of de aanpak van de biograaf een dergelijke omvang wettigt, hoeft dat geen probleem te zijn.

De grootste hindernis die ik van tevoren voor Nop Maas als eerste serieuze Reve-biograaf voorzag, was dat hij zou moeten uitmaken wat feit en wat fictie is in Reves door hemzelf gemythologiseerde leven. Reve is weliswaar een semi-autobiografisch schrijver, maar juist van die speelruimte tussen werkelijkheid en verbeelding maakte hij ongegeneerd gebruik. Neem alleen al die gepubliceerde brieven, waarin gezinspeeld werd op intieme betrekkingen, maar die...