Het was een groot bruiloftsfeest met corsages en dames met hoeden en champagne en blijde gezichten die net nog gehuild hadden van ontroering. Waarom mensen die elkaar al heel lang kennen toch gaan snotteren zodra ze publiekelijk het ja-woord geven, het ruikt naar conventie en het blijft een raadsel, maar het werkt aanstekelijk, want iedereen pinkt graag een traantje mee.

In het middelpunt van deze traditionele feestpartij stonden twee bruidegommen, geen bruid te bekennen. Het meest opvallende daaraan was weer dat het allemaal zo gewoon leek. Twintig jaar geleden kwam het niet voor en nu speelden alle bruiloftsgasten dat het de normaalste zaak van de wereld was. Ik zeg ‘speelden’, maar daarmee doe ik het naturel van de aanwezigen geen recht. De schoonvader, de blijde moeder, ze hadden er twintig jaar geleden niet aan moeten denken en nu waren ze er oprecht gelukkig mee.

Omdat een van de twee mannen uit de politieke wereld komt, waren er ook veel politici van de partij, ik...