Hsl: geluidshinder of gewoon boos op de overheid

Dertien jaar geleden ben ik op een zaterdag voor kerst van Amsterdam naar Noord-Groningen gevlucht. In de vooroorlogse wijk waar ik woonde, had een bejaarde buurvrouw met een bontjas over haar pyjama die ochtend op de voordeur van mijn nieuwe onderburen staan bonken, die om acht uur ’s ochtends monter de drilboor in de muren hadden gezet. De slapeloze nacht ervoor had in het teken gestaan van een manisch-depressieve bovenbuurman. De claxonnerende automobilisten, de optrekkende taxi’s, de jengelende trams met hun piepend-schurende draaistellen, de gierende ambulances, de wiekende traumahelikopters… Ik was de herrie van de stad even helemaal zat. Met de trein en de bus en de fiets raakte ik die dag tot achter de dijk van de oude Lauwerszee, en nog was het niet stil. De volgende dag zocht ik verder nog, langs bevroren weilanden, richting de Waddenzee, en ik vond de plek waar het nog echt stil scheen te zijn, maar ik mocht er niet in:...