Lief toch, hoe elk nieuw kabinet belooft afscheid te nemen van de door de Nederlanders zo gehate achterkamertjespolitiek. De eerste keer dat ik het meemaakte, was in 1994 toen eeuwige regeringspartij CDA bij het oud vuil werd gezet en oud-vakbondsman Wim Kok een paarse coalitie met de liberalen uitprobeerde.

‘Het dualisme vormt een kernpunt van onze benadering,’ zei Kok bij zijn aantreden. ‘Dualisme houdt in dat parlement en regering in open overleg tot overeenstemming komen.’ Het Torentje van waaruit voorganger Lubbers alles en iedereen regisseerde, zou buiten gebruik worden gesteld. De Kamer zou niet langer uit stemvee bestaan. ‘Het Torentjes-overleg leidt tot een bijna incestueuze verhouding tussen regering en regeringspartijen,’ aldus de nieuwe vice-premier Hans van Mierlo: ‘De rest van de Kamer hangt er maar een beetje bij. Dat is ongezond.’

Er kwam niet veel van terecht. De fractievoorzitters van PvdA, VVD en D66 begaven zich ondanks alle vrome voornemens...