Geluk is in een nieuwe fase beland. Wetenschappers, onder wie socioloog Ruut Veenhoven (bijnaam: ‘de geluksprofessor’) en econoom Bernhard van Praag zijn er al decennialang mee bezig.

De doorbraak in het publieke debat werd bewerkstelligd door de Britse econoom Richard Layard die in 2005 in het even interessante als vermakelijke boek Happiness, lessons from a new science, een populaire samenvatting gaf van wat al dat wetenschappelijke onderzoek – van economie tot psychologie; van hersenonderzoek tot econometrie – tot nu toe had opgeleverd. Veel. Allerlei lobbygroepen raakten geïnteresseerd, uit de milieuhoek evengoed als uit de wereld van de vakbonden.

En nu is geluk officieel geland in Den Haag. In de jongste Macro-Economische Ver­ken­nin­gen (MEV) wijdt het Centraal Plan­bu­reau (CPB) een ‘speciaal onderwerp’ aan de economie van het geluk. Van de wetenschap is het onderwerp zo, via de publieke opinie, terechtgekomen in de fase van het beleidsonderzoek, de...