Nooit van mijn leven heb ik in een tafelwinkel een tafel gekocht. Een pingpongtafel nam je over van vrienden die kleiner gingen wonen. Een theetafeltje nam je mee uit een Duitse bunker onder een duin. Een schrijftafel erfde je van een oom, en omdat hij op die tafel één prachtig gedicht had geschreven stond mijn schrijfmachine daar tientallen jaren op te wiebelen, want hij had er ook veel slechte gedichten op geschreven en één poot van de schrijftafel was daarom korter dan de andere. In Parijs nam ik van de straat een prachtige deur mee, die een verbouwende winkel bij de vuilnis had gezet. Ik legde hem met zijn linkerzijkant op de vensterbank en met zijn rechteruiteinde op een barkruk.

Die barkruk stond ongebruikt in een hoek sinds de badkuip waaroverheen een opklapbare klep was gemonteerd waaraan ik, naast het bad zittend, kon werken, maar die klep was te hoog voor een gewone stoel, dus nam ik op een feestelijke avond de barkruk waar ik op had zitten drinken, mee naar huis,...