Vrouwen voelen zich vaker gestrest en ervaren minder vrije tijd, blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In 2010 schreef Annemiek Leclaire al over de noodzaak van onderzoek naar de oorzaken van stress bij vrouwen.

Onrustig op vrije dagen, niet kunnen ontspannen. Niet kunnen concentreren op een film, boek of werk. Stil, teruggetrokken en zelfs ziek tijdens de vakantie. Snauwerig tegen familie. Gedeprimeerd ondanks een leuke baan. Geen zin in seks. Het zijn de eerste tekenen van een te gehaast leven, en dan zijn ze nog mild. Voortschrijdend stressonderzoek laat verbanden zien tussen chronische spanning en depressie, hoofdpijnen, huidklachten, astma, gynaecologische aandoeningen, hartkwalen, slaapstoornissen, diabetes en auto-immuunziekten. En de gevolgen lijken voor vrouwen groter dan voor mannen.

Dat constateren in elk geval de Amerikaanse gynaecologen Stephanie McClellan en Beth Hamilton in een lijvig werk dat volgende week in Nederland uitkomt onder de naam Chill! De ultieme antistress-gids voor vrouwen. ‘Vrouwen hebben een grotere afgifte van chemische “triggers” voor stress,’ schrijven ze. Het gaat om hormonen die ook nog langer aanwezig blijven in een vrouwenlichaam dan in dat van een man. Bovendien blijken vrouwen gevoeliger te zijn voor de fysieke symptomen van stress vanwege de sekseverschillen bij de verwerking door de hersenen. Vanwege deze biologische verschillen zijn ze stressgevoeliger en duurt hun stressreactie langer dan die van mannen.’

Voor wie uit principe niet gelooft wat Amerikanen allemaal beweren: de Groningse hoogleraar neurobiologie Gert ter Horst zegt dat het klopt dat bij vrouwen de gevolgen van stress ingrijpender zijn.

McClellan en Hamilton bestieren een gezondheidskliniek in Californië. Al in de beginfase van hun medische praktijk merkten ze dat stress de oorzaak was van veel, zo niet de meeste gezondheidsproblemen waarmee vrouwen hun bezochten. In de loop der jaren bestudeerden ze het verband tussen de psychosociale omstandigheden van hun patiënten en hun lichamelijke kwalen. Ze verdiepten zich in onderzoekspublicaties over stress, bezochten wereldwijd stressonderzoekers en pleitten ervoor dat ook het vrouwenlichaam in stressresearch zou worden betrokken, ‘bittere noodzaak gezien de hormooncycli’.

Nadat jarenlang het mannenlijf de maat van de geneeskunde bepaalde, is er de laatste jaren meer aandacht gekomen voor de fysiologie van de vrouw. Volgens de gynaecologen komt dit louter omdat vrouwen meer zeggenschap hebben gekregen over geld en daardoor de macht hebben een betere gezondheidszorg af te dwingen.

Toen ze merkten dat de resultaten van het stressonderzoek de praktiserende geneeskunde en het grote vrouwelijke publiek niet bereikten, vonden ze het tijd voor een boek.

De ‘antistress-gids’ trok in de VS de aandacht door de bewering dat vetophoping rond het middel niet in eerste instantie met lekkere trek te maken had, maar met het stresshormoon cortisol. Een voorname rol van cortisol is het aanvullen van energievoorraden die door stress uitgeput raken. Het hormoon zet voedsel om in vetten en verhoogt de eetlust. In het door obesitas geplaagde Amerika was dit belangrijk nieuws.

Knagend gevoel

De patiënten van McClellan en Hamilton beginnen het gesprek vaak met de woorden: ‘Ik ben zo gestrest’ of ‘Ik heb de laatste tijd zo veel stress gehad’. Ze staan onder druk en zijn gejaagd, gespannen en uitgeput. De artsen signaleren ‘een vale teint, en dof, futloos haar’. Nu zijn bezoekers van een medische kliniek niet de beste representanten voor een steekproef naar het welbevinden van de vrouw in het algemeen. Ze komen er natuurlijk vanwege klachten. Maar de auteurs hebben met de term ‘epidemische stress’ wel een punt: uit nationale en internationale studies komt steeds weer naar voren hoeveel vrouwen onder stress gebukt gaan. Het Amerikaanse bureau Roper Starch Worldwide ondervroeg 30.000 mannen en vrouwen uit dertig landen, waaronder Nederland. Met name werkende moeders rapporteerden stress. Van deze groep meldde een op de vier vrijwel dagelijks een ongezonde spanning te voelen.

Biologisch psycholoog Gonneke Willemsen zegt: ‘Als wij vrouwen en mannen vragen om aan te geven in welke mate zij stress ervaren – thuis, op het werk en financieel – dan is het percentage vrouwen dat veel of frequente stress ervaart hoger dan bij mannen voor elk van deze terreinen.’

Willemsen is betrokken bij een scala aan stressonderzoeken aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, waaronder een Europese studie naar gezondheid en welbevinden van werkende vrouwen. Daartoe heeft ze 189 Nederlandse vrouwen die minstens 32 uur werken een hartslagmeter aangemeten en op een watje laten kauwen om het stresshormoon cortisol in hun speeksel te traceren. De data worden nu verwerkt. Voorlopig lijken vrouwen met kinderen ietsje lastiger van stress te herstellen dan vrouwen zonder. Het zijn vooral alleenstaande moeders die ook in hun vrije tijd een versnelde en eentoniger hartslag laten zien; resultaat van aanhoudende stress en een mogelijke voorspeller van depressiviteit en cardiovasculaire problemen.

Arbeidspsychologe Louise Boelens analyseerde voor haar boek Vrouwen van 50 dat eenderde van de hoogopgeleide werkende vrouwen last had van ernstige stress. Ze zouden veel vaker dan mannen en lager opgeleide vrouwen aan ‘psychische vermoeidheid’ leiden en het grootste risico lopen op een burn-out. Volgens Boelens is dit ‘de prijs voor de ingrijpende maatschappelijke veranderingen’ in de afgelopen decennia.

Over de verklaring van die grotere stressgevoeligheid is men eensgezind: vrouwen moeten te veel. Ze moeten de alleenstaande oudere tante mee op stap nemen, de boeken kaften van de schoolbibliotheek, het gezin managen, werken, noem maar op.

‘Pas stoppen met rennen als het allerlaatste klusje is geklaard,’ menen de auteurs van het ultieme antistress-boek. ‘Al zijn vrouwen biologisch in staat om veel dingen tegelijkertijd te doen, toch lijken we altijd tekort te schieten in wat we van onszelf moeten. Onze hersenen zijn dan wel voorgeprogrammeerd om te kunnen multitasken, maar omdat we er goed in zijn, gaan we tot het uiterste en proberen we nog meer te doen. We denken altijd meer te kunnen dan één ding tegelijk. Maar zodra we te veel hooi op de vork nemen – en welke vrouw doet dat niet? – creëren we voor onszelf een knagend gevoel van “onder druk staan” en de paniek dat we het allemaal niet voor elkaar krijgen. We haasten ons van de ene activiteit naar de andere, vragen het uiterste van onszelf en nemen nauwelijks de tijd om te ontspannen.’

‘Als je wilt weten waar vrouwen gestrest van raken, moet je niet alleen kijken naar werk,’ zegt Willemsen. ‘Vanwege dat scala aan prioriteiten van vrouwen, die ingebakken neiging anderen te verzorgen, is werk minder bepalend voor de gezondheid van vrouwen dan voor mannen. Voor vrouwen is het maar een van de factoren, bij mannen vaak de belangrijkste.’ De conclusie dat vrouwen dan maar niet moeten gaan werken, wijst ze van de hand. Het lijkt haar eerder een argument om keuzevrijheid te faciliteren. ‘De een gedijt als fulltimer, de ander heeft een thuissituatie waarin parttime werk beter past.’

Gestreste ratten

Als stress te lang aanhoudt, dan uit zich dat in opwinding, agitatie of angst. Het systeem dat bedoeld is om een bedreiging te helpen overleven, gaat dan zelf een bedreiging vormen. Acute stress brengt het lichaam in de hoogste staat van paraatheid om van het gevaar weg te vluchten of het te lijf te gaan. De hersens laten in de bijnieren cortisol en adrenaline produceren. De spieren maken zich klaar voor actie, de longen zorgen dat er meer zuurstof beschikbaar komt, het hart pompt het bloed sneller rond, het immuunsysteem bereidt zich voor om mogelijk gewond te raken en darmen en spijsvertering vallen stil. Als het lijf te lang in de startblokken blijft staan, is het logisch dat er iets verstoord raakt.

‘Bij te lang aanhoudende stress krijgt het lichaam niet meer de kans de hormonale stressrespons te stoppen als de stressvolle situatie voorbij is,’ schrijven McClellan en Hamilton, ‘en de intense afgifte van stresshormoon cortisol en adrenaline ontwricht de lichamelijke balans.’ Met als resultaat – via het communicatiesysteem tussen hersenen, zenuwstelsel, hormoonhuishouding en immuunsystemen – klachten van vaginale infecties tot schildklierafwijkingen, reuma en de algehele kortsluiting ‘burn-out’.

‘Langzaamaan wordt duidelijk hoe die lichamelijke verstoring door aanhoudende stress in relatie staat tot ziekte,’ beaamt Gonneke Willemsen. ‘Die routes brengen we nu in kaart. Dat is een puzzel die nog niet compleet is. De rol van vrouwelijke geslachtshormonen wordt daar nu voorzichtig in meegenomen.’

In Nederland lijkt de belangstelling voor stress en het vrouwenlichaam voornamelijk uit de psychiatrische hoek te komen. Depressie wordt wel de nieuwe volksziekte genoemd en treft twee tot drie maal zoveel vrouwen als mannen, net als angststoornissen. De voorloper en belangrijkste reden van depressiviteit en angst is chronische stress. Wat zegt dat over de stressregulatie van vrouwen?

Gert ter Horst, hoogleraar neurobiologie aan het UMC Groningen, liet een groep mannenratten en een groep vrouwenratten drie weken lang ‘stressen’. Hij zette ze elke dag twee uur op een metalen plaat waar ze op willekeurige momenten in totaal zes elektrische schokjes aan de voeten kregen. (Vlak voor het onderzoek las Ter Horst dat ratten tot vijf konden tellen, toen maakte hij er zes schokjes van in plaats van vijf.) Vervolgens bestudeerde hij in de breinstructuren die met emoties te maken hebben wat er neurochemisch was veranderd. In mannetjeshersens waren de cellen actiever geworden, maar in de vrouwtjeshersens juist minder. Nu is de basisactiviteit in de hersens van niet-gestreste vrouwtjesratten al vijf keer zo hoog als bij niet-gestreste mannetjes. ‘Door de stress bereikt de activiteit bij vrouwtjes dus sneller het plafond,’ zegt Ter Horst, ‘waardoor het “chemische fabriekje” kapot draait en er een psychische stoornis kan ontstaan.’

Uit MRI-onderzoek blijkt dat er bij depressieve patiënten inderdaad een afgenomen activiteit zichtbaar is in de prefrontale schors aan de voorkant van de schedel. Daarom durft de neurobioloog zijn dierresultaten ook naar de mens te vertalen. Hij concludeert: ‘Het vrouwenbrein reageert heftiger op stress omdat het heel anders met informatie omgaat. Dat verschil tussen het mannen- en vrouwenbrein zou de farmaceutische industrie zich moeten gaan aantrekken. Medicijnen, ook antidepressiva, zijn gebaseerd op mannelijke proefpersonen.’

Uitgebreid praten

Meisjes blijken ook gevoeliger voor het ‘depressogene effect’ van stress dan jongens. Na stressvolle gebeurtenissen hebben ze vaker last van depressieve gevoelens, ontdekte bioloog Esther Bouma van het UMC Groningen. Zij promoveert deze week op ‘Depressieve symptomen in adolescentie en de rol van geslacht, genen en lichamelijke stressreacties’. Bij vergelijkbare stressvolle gebeurtenissen die ook door de tieners zelf als even ingrijpend werden gerangschikt, rapporteerden pubermeisjes nadien meer slaapproblemen, eetproblemen, zelfmoordgedachten, moeheid en lusteloosheid. Bouma vermoedt dat het met de werking van vrouwelijke geslachtshormonen te maken heeft.

Mannen hebben van nature een hogere aanmaak van serotonine. Die neurotransmitter verzacht de effecten van stress. Bij vrouwen gebeurt dat alleen in gezelschap. Voor vrouwen is sociale steun zoeken daarom ‘een natuurlijke methode om stress te lijf te gaan en depressie af te wenden’. Ter Horst van het UMC is een van de wetenschappers die dit getest heeft. Hij plaatste gestreste mannen- en vrouwenratten na de voetschokken bij elkaar in kooitjes. Mannetjes gingen erop achteruit, omdat zich in een herengroep al snel een hiërarchie ontwikkelt en dat is juist een stressfactor erbij. Maar de vrouwtjes gingen erop vooruit.

Dat is ook onder mensen onderzocht, zegt Ter Horst. ‘Vrouwen die sociale steun zochten hadden een verlaagde kans op een terugval na een depressie.’ Die afnemende stress door contact heet inmiddels ‘de tend-and-befriend respons’. Dat mechanisme verklaart volgens Ter Horst ook waarom vrouwen na een spannende gebeurtenis vaak zo uitgebreid praten over alles wat zich heeft afgespeeld.

Zijn vrouwen dan toch het zwakke geslacht? Bioloog Esther Bouma barst in lachen uit. ‘Misschien moeten ze eerst eens het verband tussen mannenstress en alcoholisme gaan meten.’

Chillen!

De gejaagde vrouw tot rust laten komen is een markt op zich geworden, getuige de toename aan wellness-arrangementen in verbouwde schuren van noodlijdende boeren, de stroom boeken over ‘leven in het nu’, de cursussen ‘mindfulness’, de populariteit van yoga, de opkomst van tijdschriften over ‘flow’.

Stephanie McClellan en Beth Hamilton schrijven in Chill! een gedetailleerd ‘stress detox’-programma voor over hoe te eten, te slapen, te denken en te ontspannen. De kern van hun advies is ‘beweging’. Doordat je de energie verbruikt die de stress produceert, zal je lichaam sneller weer in balans komen. Ze schrijven: ‘Omdat de stressrespons een neuro-endocrien mechanisme is dat het lichaam voorbereidt op fysieke actie, moet fysieke actie logischerwijs een natuurlijke manier zijn om de schadelijke gevolgen van stress te voorkomen, door het proces in positieve zin af te ronden.’

Vijf dagen per week dertig tot vijftig minuten gematigd actieve lichaamsbeweging is het devies. Stevig wandelen kalmeert, iets actievere conditietraining zorgt voor fysieke weerbaarheid. Dat komt overeen met de Nederlandse Norm Gezond Bewegen; ruim dertig procent van de volwassen Nederlanders haalde die in 2008 niet.

McClellan en Hamilton herintroduceren ook de ‘relaxatierespons van Benson’. Benson is cardioloog aan Harvard en oprichter van het Harvard Mind/Body-instituut in Boston. Hij bestudeert sinds de jaren zeventig het menselijk vermogen om de eigen hartslag, bloeddruk en hersengolfactiviteit te laten afnemen. Net zoals de vecht-of-vluchtreactie door veel verschillende ‘stressoren’ kan worden opgewekt, kan ook op verschillende manieren diepe ontspanning worden bewerkstelligd, met bijvoorbeeld yoga, hardlopen, meditatie, zwemmen, tuinieren. Het gaat om een bezigheid die je in principe afleidt van jezelf en die een herhaling kent van een beweging, een woord of een klank. Lezen, autorijden, televisiekijken en muziek luisteren vallen hier dus niet onder. (Benson & Klipper, The Relaxation Response, Wholecare, 2000)

Waar het om gaat, is dat vrouwen hun ontspanning met evenveel wilskracht ter hand nemen als hun inspanning, of ze er nu met de racefiets op uittrekken, een zumba-workout doen in de sportschool of de Buddleja davidii snoeien. ‘Ontspannen moet voor intensief levende vrouwen een basale hygiënische gewoonte worden,’ schrijven McClellan en Hamilton, ‘net als tandenpoetsen.’

‘Chill! De ultieme antistress-gids voor vrouwen’, Stephanie McClellan, Beth Hamilton in samenwerking met Diane Reverand, Archipel, 320 p., € 19,95