Ik zit geconcentreerd te knippen. Dan schrik ik op. Er stopt een auto op het erf.

Onze Kim zal het toch niet in haar hoofd gehaald hebben om langs te komen?

Nog geen week geleden – het lijkt nu wel een jaar – kwam ik mijn dochter tegen in een naburige stad. Het was mijn vaste bridgeavond, die ik al bijna een jaar gebruik om af te spreken met Trudy, mijn geheime liefde. Wat ik nooit doe, en wat ik om welke duistere reden dan ook die avond wel deed, in het openbaar onderweg van het restaurant naar de bioscoop overmoedig mijn arm om de schouder van Trudy leggen terwijl zij haar hoofd tegen mijn nek laat rusten, wordt geregistreerd door een ander stelletje dat ons spiegelbeeldig tegemoet komt lopen in een identieke verstrengeling.

Eén onderdeel van een seconde licht een groot gevoel van vreugde bij me op, van herkenning. Ik zie uitverkoren lotgenoten die mijn overmoedige gedrag bevestigen.

Dan zie ik wie het zijn en de schrik grijpt me naar de keel. Te laat. Het is Kim, mijn...