De advocaten van de verdachte K., mr. Adèle van der Plas en mr. Herman Pieter Bakker Schut, dienden eind december een ongebruikelijk verzoek in bij de Amsterdamse rechtbank. Of de zaak tegen hun cliënt in maart achter gesloten deuren mocht worden behandeld, zonder pers en zonder publiek. Een privilege dat doorgaans is voorbehouden aan minderjarigen in het strafrecht.

Nog veel ongebruikelijker was het besluit van de rechtbank: die stemde ‘voorlopig’ in met een geheim proces. Een toelichting op dat besluit ontbreekt, want ook deze beschikking is geheim.

‘Een unicum,’ zegt strafrechtgeleerde prof.mr. Theo de Roos. ‘Ik vind het een bedenkelijke gang van zaken.’

Wat is hier in ’s hemelsnaam aan de hand?

Mr. Van der Plas is van mening dat een openbare behandeling van de zaak grote nadelige gevolgen heeft voor haar cliënt, omdat ze dan niet ‘alles’ kan zeggen.

Wat dan niet?

‘Ja, dat kan ik natuurlijk niet zeggen.’

Ze wil wél beamen dat het verzoek om beslotenheid te maken heeft met...