De millenniumwisseling vierde hij met vrienden in een Amsterdams grachtenpand, zoals hij elk jaar oud en nieuw vierde.

Even na twaalven zag hij vanaf het balkon de kerktorens achter dikke kruitdampen verdwijnen: feestende drugshandelaren hadden meterslange duizendklappers door de straten uitgerold, als applaus voor het goede jaar. Oudjaarsavond 1999. Het magische Y2K begon. Het was feest en het kon niet op. In bijna heel Europa vlogen de bubbels over de toonbank en de lege champagneflessen uit het raam. De economie bloeide, de werkloosheid was laag. Globalisering was nog een optimistische term en hoewel we niet exact wisten wat ‘World Wide Web’ betekende, klonk het opwindend. De Muur was gevallen, het communisme dood, de Joegoslavische oorlogen voorbij en blijmoedig koersten we met z’n allen het neoliberalisme tegemoet. Het enige waarvoor we moesten vrezen, was de millenniumbug.

Triomfalisme, zo noemt Geert Mak twintig jaar later het optimisme van Europa destijds. We weten...