Oratie

Ons land heeft er een literaire leerstoel bij. In Leiden is Olf Praamstra, specialist inzake Busken Huet en tijdgenoten, benoemd tot hoogleraar in ‘De Nederlandse letterkunde als wereldliteratuur’. Tenminste, dat is de naam die Praamstra aan zijn intreerede gaf; officieel heet het vak ‘De Nederlandse literatuur in contact met andere culturen’.

In zijn oratie stelt Praamstra een beklemmend raadsel aan de orde dat de meeste van zijn collega’s liefst onder tafel vegen: hoe valt het te verklaren dat de Nederlandse literatuur op wereldniveau geen enkele rol speelt? En waarom genieten schrijvers als Pessoa (Portugal), Kenzaburo Oe (Japan), Mahfoez (Egypte) en Strindberg (Zweden), die ook in relatief kleine taalgebieden publiceren, niettemin universele faam? Zijn de sprookjes van Andersen en De Vliegeraar van Hosseini echt zoveel belangrijker dan de totale Couperus, Achterberg, Elsschot of Nescio? Er zitten pijnlijke kanten aan deze kwestie die door de nieuwe hoogleraar met een...