Moord op een Russische journaliste

Aanvankelijk zag ik Anna Polit­kovskaja over het hoofd. Ik had een struise Russin verwacht, die alleen al door haar fysieke uiterlijk haar omgeving imponeerde. Maar te midden van de massa mensen die was afgekomen op de opening van een fototentoonstelling over Tsjetsjenië in het Verzetsmuseum in Amsterdam, viel Politkovskaja niet meteen op. Ik herinner me hoe verbaasd ik was dat ze een kleine, frêle vrouw bleek te zijn, die je door hard ‘boe!’ te roepen omver kon blazen.

Ze sprak zacht, ik moest ingespannen luisteren om haar te verstaan en haar woorden te kunnen vertalen. Het was begin 2002, Poetins oorlog in Tsjetsjenië was zijn tweede jaar ingegaan en wat we wisten over de wandaden die daar dag in dag uit gepleegd werden, wisten we voornamelijk door de artikelen van Anna Politkovskaja. Ze sprak zacht, maar indringend. Ze deed haar best in die prettige, vredige zaal aan dat welvarende publiek in Amsterdam iets over te brengen van de...