Roman

In De vrouw met de sleutel introduceert Vonne van der Meer al snel een klassiek mysterie: de bejaarde Jaap heeft een demente vrouw die af en toe een weekend thuis is. Hoofdpersonage Nettie komt bij hem thuis en ontdekt daar twee dingen. Eén: in de wasmand ligt een sexy, kanten nachthemd. Twee: Jaap heeft nagelstriemen op zijn rug.

Heeft de oude snoeper een geheime minnares? Of heeft zijn vrouw ondanks de Alzheimer haar passie niet verloren? En die krassen op zijn rug, zijn dat striemen van opwinding of uit zelfverdediging? Heeft Jaap zijn demente vrouw verkracht? Of is hij soms een travestiet die aan automutilatie doet? We kunnen er niks aan doen, we willen het weten. Maar Jaap en zijn krassen komen in het boek niet meer terug. En mocht de lezer denken dat dit tegen de regels van de vertelkunst indruist, dan kan hij voor zijn nieuwsgierigheid rekenen op een stevige reprimande van de schrijfster: ‘Als hij de voorkeur gaf aan verhalen waarin alles werd voorgekauwd, hadden we...