Freek duikt het verleden in, op zoek naar ‘vertrouwen in de toekomst.’

In 1977 verhuisden wij van Amsterdam naar de Badlaan te Muiderberg. Een nimmer betreurde overgang. Vier jaar later kwamen we op de Brink te wonen. Dichter bij het paradijs kom je niet op deze wereld.

De herfst werd jaarlijks aangekondigd door vallende kastanjes. Daar kun je de klok op gelijk zetten. Het omgekeerde is natuurlijk het geval. Bij de eerste keer rapen, toen de knuistjes niet meer dan één kastanje konden bevatten, was bij onze kinderen van hebberigheid nog geen sprake.

Er lagen een paar op tafel waar we door er lucifers in te steken pijpjes van maakten of egels. Op den duur verdwenen ze in een sigarenkistje, verloren hun glans en werden door de hulp weggegooid.

Maar naarmate de kinderen ouder werden groeide de gretigheid zoveel mogelijk kastanjes te verzamelen. Tot wel vier appelkistjes vol. Die stonden opgestapeld in de gang. Maanden. Er werden geen lucifers meer ingestoken.

Ze stonden daar maar...