Na vierentwintig jaar in de Kamer, waarvan ruim vier als voorzitter, vertrekt Frans Weisglas. Omdat hij toe is aan ‘een ander leven’. Maar ook omdat de politieke mores hem steeds minder bevallen – die van zijn eigen partij voorop. ‘Ik heb kritiek op de enorme vernieuwing in de politiek. De VVD is daarin koploper. Allerlei nieuwkomers op hoge plaatsen zetten: dat is niets anders dan nogal goedkoop stunten.’

De dagen van Frans Weis­glas zijn vervuld van weemoed. Hij heeft er dan wel zelf voor gekozen om weg te gaan – na vierentwintig jaar in de Kamer, waarvan ruim vier als voorzitter – maar nu 22 november nadert, komt het afscheid wel heel dichtbij. ‘Bij alle grote dingen weet je: dit is de laatste keer. Ik maakte dit jaar voor de vijfentwintigste keer Prinsjesdag mee. Als voorzitter van de Kamer begeleid je de koningin naar de troon. Toen we terugliepen, zei ze: “Uw laatste keer, mijnheer Weisglas.” En ik dacht: ja zeg… de laatste keer. Dat is wel een moment,...