De Amsterdamse PvdA-leider Lodewijk Asscher komt uit een vrijzinnig milieu: zijn vader Bram is jurist, moeder Irene hoogleraar arbeidsrecht, oom Hans was musicus, oom Edward is diamantair en senator voor de VVD. Gezien zijn vorige baan – docent privacybescherming aan de Universiteit van Am­ster­dam – had het voor de hand gelegen als hij ook bij de liberalen was uitgekomen. Het werd de sociaal-democratie.

Als wethouder heeft hij zich ontwikkeld tot een van de neo­moralisten die door Wouter Bos als de boegbeelden van de beweging worden beschouwd: politici die de mond vol hebben van termen als binden en verheffen. Asscher wil de wallen schoonvegen en vindt dat de overheid niet de andere kant op moet kijken als het misloopt met probleemjongeren. In april 2007 sprak hij zich – weinig vrijzinnig – uit voor invoering van een opvoedingsplicht voor ouders. Als die faalden, moest op de kinderbijslag worden gekort.

Asscher, die als lijsttrekker de verkiezingen was ingegaan...