Zijn roman Dubbelspel uit 1973 beleeft een opmerkelijke hergeboorte. Frank Martinus Arion: ‘Met tegenzin moet ik toegeven: het is mijn beste boek.’

Zijn roman Dubbelspel uit 1973 beleeft een opmerkelijke hergeboorte: in het kader van de CPNB-campagne ‘Nederland Leest’ verschijnt die in een oplage van 575.000 exemplaren. Aan het woord: Frank Martinus Arion. ‘Met tegenzin moet ik toegeven: het is mijn beste boek.’

Eerst dacht ik: het is niet waar. Over een halfuur belt die man nog eens dat ze zich vergist hebben. Officieel had ik nog niks gehoord toen de Wereldomroep mij belde voor een reactie. Ik was gewoon op Curaçao, maar mijn uitgever kon mij blijkbaar niet vinden. Ook geen bericht van de CPNB, zij dachten dat De Bezige Bij mij ingelicht had. Tot op het laatst toe was ik op mijn qui-vive. Pas toen ik de stukken te ondertekenen kreeg van CPNB-directeur Henk Kraima, kon ik aan het idee gaan wennen: Dubbelspel in een oplage van 575.000 exemplaren.

De CPNB motiveerde de keuze voor mijn roman met vier argumenten. Ik ken hun formuleringen niet uit mijn hoofd, maar het had ermee te maken dat het verkozen boek een literair hoogstandje moest zijn. Het moest een tijdlang meegegaan zijn, zodat je het opnieuw kunt lezen. Het moest herkenbaar zijn voor vrouwen en mannen. Het moest maatschappelijk relevant zijn, politiek en multicultureel. Een zwaar eisenpakket voor mijn opvolger bij Nederland Leest.

Met tegenzin moet ik toegeven: ‘Dubbel­spel’ is mijn beste boek. Liever wilde ik dat mijn dit jaar verschenen, laatste boek, De deserteurs, mijn hoogtepunt is. Maar bij het herlezen van Dubbelspel ontdek ik zoveel: die jeugdige bezetenheid, grilligheid en onafhankelijkheid – ik deed gewoon waar ik zin in had. Dat kan ik nu niet meer. Ik beklim ook geen bergen meer en mijd kraters.

Voor mij is Dubbelspel boven alles een echt literair boek. Het succes van die roman bevestigt dat mensen graag boeken lezen die spannend zijn, humor hebben en ze in de greep van literatuur brengt. Het verhaal volgt de personages vierentwintig uur lang. De techniek is erop gericht dat de lezer door moet blijven lezen, zelfs door de passages over dat zware dominospel: op een gegeven moment leg ik het verhaal stil en ga ik het dominospel een paar bladzijden lang uitleggen. Zogenaamd hoort zoiets niet in de literatuur, maar dankzij dat experiment kan de lezer meespelen. En bij het dominospel hoort een gesprek over drie onderwerpen: de politiek, vrouwen en auto’s. Een serieus gesprek, met argumenten. Ik was er dus niet op uit een populair boek te schrijven. Ik wilde het ánders doen.

Nu moet ‘Dubbelspel’ een rol gaan spelen in de multiculturele samenleving. Leuk, maar die roman is voor mij vooral een onderzoek geweest naar menselijke drijfveren. Naar integriteit. Dat is een onderwerp van alle tijden. Voor mij staat dat boven het multiculturele debat. Ik doel dan op de moed om je aan bestaande patronen te onttrekken. Of dat nu elke zondag dominospelen is, tegen je zin, of je voegen naar het geijkte man-vrouwpatroon. Je bent minder vrij dan je denkt, dat heeft mij altijd gefascineerd. Uiteindelijk kan dat leiden tot corruptie. Je loopt mee en voor je het weet, kun je geen nee meer zeggen.

We pakken het in Nederland niet goed aan met het integratievraagstuk; we zien het als een bedreiging. Dat is zo ouderwets. We kijken alleen naar economische voordelen. Maar als een land zo lang op zichzelf is gebleven, moet je juist nieuwkomers opnemen om je cultureel te verrijken. Het is toch fantastisch dat juist een Marokkaanse schrijver het stof af blaast van eeuwenoud Nederlands.

Wel vind ik dat je eisen mag stellen. En grenzen op tijd moet aangeven. Anders zit je opeens opgescheept met iemand die misbruik maakt van jouw vrijheid. Dus je moet de imams in de gaten houden en je moet ze op hun kóp slaan en je moet zeggen: jullie zijn helemaal niet lief.

De koran zou eigenlijk opnieuw geschreven moeten worden. Ik zou zelf wel een poging willen wagen. De koran richt zich op de rijken, op mensen met dienaren en slaven. Wat moet ik met mijn rijkdommen doen, is een vraag in dat boek, moet ik ze gaan uitdelen, wat denkt U ervan? De god antwoordt dan: Allah heeft ze jou toch gegeven. Of wil je Allahs wijsheid bevragen? Met andere woorden: blijf rijk! Als je de muzelmannen lastig valt over hun relatie tot Allah, dan worden ze kwaad. Maar als je over die verouderde opvattingen over rijkdom gaat praten, dan geven ze je gelijk. De islam is tegenwoordig een geloof voor arme sloebers.

Al die moslims in Nederland kunnen genoeg herkennen in ‘Dubbelspel’. Ma­chismo kennen ze tenslotte ook. Ze zullen hun hoofd schudden over de vrouwen in het boek, met name over de eigengereidheid van Solema. Ik denk dat ik het vooral van de islamitische vrouwen moet hebben. Die zullen Dubbelspel zeker lezen. Als je islamitische vrouwen vraagt: waarom dragen jullie zo’n zwarte kap, zeggen ze: we voelen ons beschermd. We zijn geen object meer. Vanaf hun twaalfde bedekken ze zich en dat lijkt onvoorstelbaar. Natuurlijk ben ik tegen vrouwenonderdrukking, maar laten we voor we oordelen eerst kijken hoe het precies zit. Als je al bedenkt in welke mate er kindermishandeling plaatsvindt in onze zogenaamd beschaafde westerse maatschappij, dan besef je: als die twaalfjarigen in hun land onbedekt rond zouden lopen, dan vielen ze gegarandeerd ten prooi aan al die islamitische machomannen. De islamitische vrouwen die ik heb leren kennen, durven veel diepgaander over hun eigen seksualiteit te denken en zelfs te schrijven dan men hier denkt. Die boeken uit Indonesië bereiken hier de markt niet, maar ze zijn daar flink in de weer met een onderwerp als sadomasochisme, ik bedoel maar.

Een boek kan een samenleving veranderen, dat geloof ik wel. Het kan. Heeft Multatuli invloed gehad? Ja, de verkeerde. Als je aan Multatuli denkt, denk je aan Batavus Droogstoppel en dan ben je toch bijna een beetje trots op zijn zakelijke, typisch Nederlandse instelling. De spitsburger Droogstoppel heeft gewonnen en dat heeft Multatuli vast niet zo bedoeld.

Eigenlijk had Nederland al ééuwen lang multicultureel moeten zijn, wérkelijk. Wat er gebeurd is, is dat de godsdienst een tegenbeweging vormde. Wat progressief is, legt het altijd af, is altijd soft en zwak.

Eigenlijk had Nederland al ééuwen lang multicultureel moeten zijn, wérkelijk. Wat er gebeurd is, is dat de godsdienst een tegenbeweging vormde. Wat progressief is, legt het altijd af, is altijd soft en zwak. Of iets politiek-correct of juist politiek-incorrect is, interesseert mij niet. Het gaat er niet om dat je iets doet omdat het mode is. Waar het om gaat is: wat is juist? Dat missen we in de literatuur vandaag de dag.

Boeken hebben mijn kijk op mensen veranderd. A Tale of Two Cities van Charles Dickens beschrijft een offer dat wij in ons dagelijks leven in het Westen voor onmogelijk houden. We durven ons niet af te vragen waarom die moslims zich durven op te blazen. Wij zijn er bang voor. In die roman ontdekt de minnaar van een vrouw dat ze werkelijk van zijn rivaal houdt. Die twee mannen lijken op elkaar en hij neemt de plaats van de ander in en gaat voor hem de gevangenis in. Die scène overtreft de tragiek in de literatuur: het einde is niet tragisch, maar zelfs feestelijk te noemen. Want was is er mooier dan je leven te geven voor het geluk van een ander?

The End of The Affair van Graham Greene schonk mij een ontzettend mooie visie op de vrouw, als iemand die dieper kan liefhebben dan degene met wie ze is. Tot die tijd leerde je ze uit de literatuur meestal kennen als verraadsters, dubbelspionnes, ontrouwe wezens.

En Ernest Hemingways The Old Man and the Sea is alleen al grote kunst omdat het verhaal in vierentwintig uur speelt. We gebruiken de toneelmiddelen van de Grieken niet meer in de roman. Dat is een gemis. Want technieken als de eenheid van tijd, plaats en handeling zijn al beproefd. Die eenheid van tijd, dat heeft een bijna magische aantrekkingskracht op de lezer. Hij heeft dan direct door dat het kort zal duren en dat houdt hem in het verhaal. Dan doet het onderwerp er niet veel meer toe. Eigenlijk kun je dan achteroverliggend schrijven. Lui schrijven! Doen wat je wilt, want de lezer is toch al binnen.

Ik word dit jaar zeventig, ik ben vrij schrijver. Ik heb zes jaar in Nederland gewerkt, ik heb in Suriname gewerkt, ik ben bijna vijftien jaar ambtenaar geweest en nu ben ik vrij schrijver. Ik hoef niet te schrijven, ik geniet een pensioen. Als ik ga schrijven, dan weet ik dat een boek mij vier, vijf jaar gaat kosten. Dus dat doe ik alleen om iets voor mezelf te beantwoorden, niet om een verhaal te vertellen.

Toen ik ontdekte dat ik niet van het schrijven kon leven, heb ik er een soort hobby van gemaakt. Vanuit een grillige houding, die toch ernstig was, waarbij ik vragen beantwoordde die niet zo gemakkelijk te beantwoorden zijn. Bijvoorbeeld: wat blijft er over van je gedachtegoed als je lichamelijk gekweld wordt? Wat is de waarde van je overtuigingen? Allemaal vragen die bij mij opkomen. Nee, niet elke dag. Misschien heb ik er in mijn leven in totaal tien.

Nu heb ik er weer een die ligt te borrelen. Ik had niet gedacht dat ik zo snel weer zou gaan schrijven na De deserteurs. Misschien leidt het wel weer tot een roman als Dubbelspel.

Ik ben misschien wel de laatste geëngageerde schrijver in Nederland. Jacq. Voge­laar schrijft geen romans meer, Lidy van Marissing is verdwenen. Alleen ik ben er nog. Zéker ben ik de laatste experimentele schrijver van Nederland. Zoals Multatuli experimenteel was. Ik heb geprobeerd van de roman een sociaal-psychologisch instrument te maken. Een vermakelijk instrument.

We leven bij de dag, soms ben ik onzeker over mijn bestaan, dan denk ik aan de dood, maar de volgende dag is dat weer weg, dan leef je alsof je eeuwig leeft.

Frank Martinus Arion

1936 Geboren op Curaçao als Frank Efraim Martinus
1955 Vertrek naar Nederland, studie Neerlandistiek in Leiden
1973 Publicatie Dubbelspel
1975 Vertrek naar Suriname
1981Vertrek naar Curaçao