09-08-2008
Door Ko Colijn

De Nederlandse regering is niet ontevreden over de gang van zaken in Uruzgan. Halverwege de missie, 1 augustus, lijkt het geluk haar even toe te lachen. Er zijn scholen en ziekenhuisjes in Uruzgan die er twee jaar geleden niet waren. Er worden wegen aangelegd en de amandelbomen schieten wortel. De velden geuren naar saffraan. In de Chorastreek gingen mensen naar de stembus. Het Afghaanse leger neemt taken over. De VN heeft – eindelijk – een kantoortje in Tarin Kowt geopend. NGO’s, die zich tot voor kort niet in Uruzgan waagden, trekken de provincie in.

Dat is vooruitgang – maar misschien zijn het de stapjes omhoog van een kind dat de roltrap omlaag wil bedwingen.

De werkelijkheid in Afghanistan is namelijk nauwelijks te volgen. In een cynische bui zou je op de even dagen goede berichten over ‘the forgotten war’ kunnen knippen, op de oneven dagen de ongunstige.

Goed nieuws betekent meer steun. Daar maakt Defensie zelf geen geheim van. In...