17-11-2007
Door Robert van de Griend

Flip Kowlier zingt in het Izegems, maar beschikt over muzikaal talent dat West-Vlaanderen ver ontstijgt. Gesprek met een meester in zelfrelativering.

De avond voorafgaand aan het interview kocht Flip Kowlier een boekweitkussen op een beddengoedparty bij zijn schoonzus. Niet dat hij geen leukere dingen te doen had dan te midden van een tiental vrouwen lakens en slopen bevoelen. Maar als je schoonzus je vraagt omdat ze dringend mensen tekortkomt, zeg je geen nee. ‘Bovendien,’ zegt Kowlier, ‘komt zo’n kussen nog goed van pas. Mijn oude was helemaal bruin van het kwijl.’

De muzikant vertelt het tijdens een autorit door Izegem, het West-Vlaamse industriestadje waar hij in 1976 werd geboren en driekwart van zijn leven heeft gewoond. De auto passeert het Nationaal Schoeiselmuseum en het Nationaal Borstelmuseum, de voornaamste trekpleisters van de stad. En de fabriek van Vandemoortele, een frituurvetproducent die veel van de 26.000 Izegemnaren...