Fotodocument

‘Ik ben niet dik, ik ben stevig gebouwd,’ roept stripheld Obelix verontwaardigd als hij wordt aangesproken op zijn omvangrijke pens. Dat hij zelf zijn ‘stevige bouw’ in stand houdt, blijkt uit het feit dat hij héle everzwijnen verorbert, waar zijn vriend Asterix genoeg heeft aan een enkel gebraden boutje. De verontwaardiging van Obelix is een terugkerende grap in de verhalen rond de twee dappere Galliërs. Maar zelfs kinderen die de strip lezen, voelen de tragiek achter de gimmick. De mooie meiden waar Obelix steevast verliefd op wordt, zijn voor hem onbereikbaar. En tot zijn grote verdriet mag hij als enige nooit drinken van de toverdrank die de Galliërs onoverwinnelijk maakt. Hij is als kind in een ketel met de drank gevallen en heeft voor rest van z’n leven genoeg gehad. In de verwoede pogingen die hij doet om tóch wat van het lekkere spul te drinken, klinkt woede en wanhoop door over het feit dat hij niet zo is als de anderen. Hij is ook zonder...