Eigenlijk gebeurt alles te snel als we eenmaal in het slachthuis staan. In de deuropening verschijnt Fleur, een prachtige koe, haar vel glanzend in het strijklicht. Een man in een witte jas leidt haar met een touw om de kop over de drempel. Ze zet haar korte poten schrap, maar van echt verzet is geen sprake.

Op nog geen drie meter afstand zien we haar grote bruine ogen de ruimte verkennen. Het volledig betegelde slachthuis is even groot als een garage voor drie auto’s. Aan muur en plafond hangen vleeshaken en een takel, en een gedeelte is ingericht als koelcel. Op de vloer ligt een slang waar onafgebroken water uit stroomt. Een onmisbaar hulpmiddel, zal later blijken. Op de kletsnatte vloer wachten we stilletjes op wat komen gaat.

Een paar uur eerder hebben we kennisgemaakt met Fleur. Ze stond braaf wat voor zich uit te kijken in de half open stal met uitzicht op de heuvelachtige weiden van het Ransdalerveld, een arcadisch landschap in het zuiden van Limburg. Ze stal meteen ons...