Filosoof Rob Wijnberg, zesentwintig jaar jong en vol brille en bravoure, schopt graag heilige huisjes omver. Maar heeft hij geen blinde vlek voor de eigen dogma’s? Een twistgesprek.

Rob Wijnberg, de jonge God van de vaderlandse filosofie, zit niet om meningen verlegen. In zijn nieuwe boek Nietzsche & Kant lezen de krant, een bewerkte bundeling van zijn stukken uit nrc.next, schiet hij met scherp.

Hirsch Ballin? Aftreden die man, want nota bene op zes mei 2008, zes jaar na de moord op Fortuyn, durfde de minister een brief uit te sturen waarin hij de vrijheid van meningsuiting trachtte te beknotten. Dierenrechten? Onzin. Mensen mogen plichten hebben jegens dieren, maar de beesten zelf kunnen hun rechten verwoorden noch claimen. Solidariteit? Daar gaat egoïsme onder schuil, want elk wij-gevoel is gebaseerd op een afzetten tegen een ‘zij’.

Niet alleen op papier, ook in levenden lijve blijkt Wijnberg niet bang voor stevige stellingnamen. In het restaurant van hotel The Grand –...