**** Mike Mills. Beginners.

Sinds de jaren negentig kent Hollywood een quirky-stroming. ‘Quirky’ betekent zoiets als excentriek, gek, schattig en alternatief. Het gaat om hippe komedies die een zwaar onderwerp lichtvoetig behandelen. Denk aan de films van Wes Anderson (Rushmore, 1998; The Royal Tenenbaums, 2001), aan Juno (2007) en (500) Days of Summer (2009). Ook Beginners lijkt in het begin quirky. Het heeft een licht-ironische voice-over, snel gemonteerde en grappige tussenstukjes en een van Amélie (Franse quirk uit 2001) nagemaakt muziekthema. Maar al die lichtvoetigheid moet je vergeten. Dan houd je een genuanceerd psychologisch portret over van een zoekende man (Ewan McGregor), zijn geliefde (Mélanie Laurent) en zijn terminale vader (Christopher Plummer). Realistisch en subtiel, met een grote chemie tussen de acteurs. Niks quirky. Echt.

*** Pascale Simons. Lotus

Het is de pest van de filmjournalistiek. Lijstjes, prijzen, sterren: het willen kwantificeren van kwaliteit. Het zal...