Harry Mulisch. De tijd zelf. De Bezige Bij, 158 p. € 17,90

***

door Lisa Kuitert

Nagelaten werk

Pas met de dood van een schrijver wordt het ernst met het lezen, schreef Harry Mulisch in 1961. Nu hijzelf niet meer onder ons is, maken Marita Mathijsen en Arnold Heumakers werk van deze bewering. Een intrigerend drieluik, getiteld De tijd zelf, is daarvan het resultaat. De basis zijn nagelaten fragmenten van Mulisch. Die zijn kort maar wel echt Mulisch. Bestaat er wel een ‘nu’, als het moment waarop je het woord uitspreekt al verleden tijd is, zo vraagt onze Homerus zich af. De toelichting van Mathijsen laat zien hoe en wanneer de fragmenten geschreven moeten zijn, met Mulisch’ dagboek als bron. De toelichting leest als een kort verhaal omdat Mathijsen ook haar eigen ervaringen (ze leest de meester op zijn sterfbed voor!) erin heeft verwerkt. Ook komen we te weten hoe het kan dat Mulisch zélf de opdracht aan Tonio van der Heijden voorin bepaalde: ‘Een groet van de dode aan de dode’....