Reportage / Crisis in Moskou

‘Ik heb het quotum buitenlanders in de stad per heden gehalveerd,’ meldde de Moskouse burgemeester, Joeri Loezjkov, onlangs aan Vladimir Poetin, als een generaal aan zijn monarch van het slagveld verslag uitbrengend. ‘Met de uitvoering ervan maken we de grootste haast.’

Jarenlang dicteerden ze het straatbeeld: Tadzjieken, Azeri’s en andere gastarbeiteri uit de voormalige Sovjetrepublieken. Ze stonden zwoegend op de steigers van de duizenden nieuwbouwprojecten in de stad, groepten samen bij moskeeën of goedkope eethuisjes. Ze zijn er nog steeds, maar minder, veel minder. In de metro, op straat, tot in de portieken van hun woonkazernes brult de militsia hun toe. Zijn je papieren niet in orde, dan worden scheldkanonnade of aframmeling, maar zeker deportatie je deel.

De zestiger Loezjkov is volgens boze tongen even corrupt als kaal. Zijn echtgenote, de granietharde miljardair en vastgoedmoloch Jelena Batoerina, won jarenlang de lucratiefste aanbestedingen...