Het zat haar niet lekker en dus draaide ze het nummer een paar dagen later nog een keer. Deze keer nam er wel iemand op, en het was niet Henk wiens nieuwe nummer dit volgens Harko was. Het was ene Barbara en ze zong haar naam zowat de telefoon in. Onmiddellijk verbrak Evelien de verbinding. Het zweet stond ineens in haar handen. Maar ze had buiten de nummerherkenning gerekend, want Barbara belde haar tien minuten later terug. Zonder naar het nummer te kijken nam Evelien op.

‘Je belde mij,’ zong de stem in haar oor.

‘Ik belde jou,’ mompelde Evelien. Ze was even de draad kwijt. Maar toen viel het muntje. ‘Ja, ja, ik belde jou,’ zei ze toen ferm, ‘ik vond je nummer in mijn mans broekzak.’

‘Ach schat toch,’ zong Barbara terug, ‘en hoe heet je man?’

Evelien aarzelde. Er klopte iets niet. ‘Harko,’ antwoordde ze toen, ‘Harko van Brakem.’ Hoe vaak sprak ze nou de volledige naam van haar man uit? Zelden. Het gaf haar een brok in de keel. God, wat hield ze van...