Uiteindelijk vond Evelien het adres van het appartement dat Harko en de jongens van de zaak in de stad hadden in zijn bureaula. Ze belde Sylvia. ‘Hé schat, Harko’s zaak heeft een appartementje in de stad. Misschien is dat iets voor jou. Ga je mee kijken vanmiddag?’ Syl zat dringend verlegen om woonruimte, en zeker omdat ze zwanger was. Ze woonde nog steeds in een flatje van Sjoerd, haar vermoorde vastgoedhandelaar die een drugsbaron bleek te zijn, maar dat kon niet lang meer duren. Syl was er natuurlijk meteen voor te porren.

Het appartement bevond zich in een stille zijstraat van de Vijzelgracht. Het was een pakketje nieuwbouw, midden in een oud, scheefgezakt blok huizen. ‘Ik weet het niet,’ zei Syl, ‘het is wel lekker in de stad, maar een saai straatje. En niet erg mooi van buiten.’

Jezus, dacht Evelien, wat maakt het uit hoe een huis er van buiten uitziet als je de meeste tijd toch binnenzit? Maar ze hield zich in, haar zus was een rare, en of ze hier überhaupt...