‘Hoe lang blijft ze?’ vroeg Harko toen Sylvia een paar dagen bij hen had gelogeerd.

‘Tot de baby er is,’ antwoordde Evelien.

‘Dat meen je niet,’ kreunde hij, ‘dat kan nog weken duren.’

‘Ja, dat denk ik ook,’ zei Evelien.

Ze zaten er maar mooi mee, met haar zus die niets anders deed dan op de bank liggen, in bed liggen en in bad zitten. Je zou zeggen; daar heb je geen last van, maar toch was haar aanwezigheid heel voelbaar. Dat kwam vooral omdat Sylvia zo’n sloddervos was. Overal waar ze kwam, ontstond een enorme puinhoop. Theekopjes, kledingstukken, gelezen kranten, tijdschriften, bananenschillen – vooral bananenschillen, want ze at zich helemaal scheel aan bananen. Dat had ze ergens gelezen, dat bananen goed waren voor een zwangere vrouw. Ze had ook ergens opgepikt dat ze moest gymnastieken, en dat deed ze iedere ochtend om een uur of elf in de huiskamer. Ze draaide er harde muziek bij.

‘Mam, hoe lang blijft Sylvia?’ vroeg ook Regina na een paar...