‘Ben je nou nog ziek mam?’ vroeg Regina toen Evelien voor de vierde keer op rij niet aan de ontbijttafel verscheen. Dochterlief had haar hoofd om de hoek van de slaapkamerdeur gestoken en keek haar moeder sceptisch aan.

‘Ja schat,’ kreunde Evelien. Ze zou van alles kunnen, geen probleem, maar alles deed ook verschrikkelijk pijn. Opstaan alleen al was een kwelling.

‘Is de dokter al geweest?’

‘Dokters weten niks,’ beet Evelien terug. Ze had een hekel aan huisartsen.

‘Nou ja, als je vanmiddag nog zo ziek in bed ligt, bel ik hem wel,’ zei Regina streng. Ze sloot de deur zachtjes. ‘Dag mam!’ riep ze nog.

Toen iedereen weg was, hing er een bijna beklemmende stilte in huis. Evelien dommelde een beetje weg, maar werd wakker van het geluid van een drilboor in de binnentuin. Even later stond ze naast haar bed. Het duizelde haar. Ze vond haar telefoon en belde de huisarts.

‘U heeft griep, mevrouw?’ vroeg de assistente die ze aan de lijn kreeg, ‘dan moet u eigenlijk naar het spreekuur...