Maandagochtend was Evelien de kamers van de kinderen aan het opruimen. Ze leek wel gek, dat vond ze zelf ook. Maar ja, je was een Hollandse huisvrouw of niet. En gelukkig hoefde ze niet aan haar carrière te denken. Hoewel, dat deed ze nu dus wel. Verdomme, waarom deed ze niet iets met haar studie? Voor de kinderen hoefde ze niet meer thuis te blijven. Die konden zelf hun boterhammen wel smeren. Maar hun kamers opruimen was een ander verhaal. Of kwam dat omdat ze toch wel wisten dat hun moeder het deed? Verwende ze haar dochters te veel?

Ze vond van niet.

De afspraak was dat de meiden op zondag hun kamers opruimden, en de was die ze hadden naar beneden brachten. Dat laatste deden ze in ieder geval plichtsgetrouw, en het eerste probeerden ze af en toe ook naar eer en geweten. Maar voor de zekerheid ging Evelien er dan maandag toch nog even overheen. Ze vond het bovendien op een vreemde manier lekker om in de kamers van haar meiden te zijn; ze leerde ze beter kennen, en het...