‘Leuk is het hier,’ zei Evelien. Ze zaten op het terras van een brasserie pal tegenover het nieuwe hoofd­kantoor van ABN Amro aan de Zuidas. Het was zo’n plein waar je niet kwam als je er niets te zoeken had. Op de bankjes in de zon zaten allemaal jongemannen in donkere pakken. Evelien dacht aan Harko, zijn kantoor was in de buurt van de Arena. Als hij tussen de middag even naar buiten wilde, moest hij naar een soort winkelboulevard waar niets fatsoenlijks was te eten. Dit was beter, dit had uitstraling. ‘Kom je hier vaak?’

‘Soms,’ zei Sylvia. ‘Je kan hier lekker lunchen. En goed parkeren.’

‘Handig als je geen auto hebt.’ Syl had geen rijbewijs.

‘Sjoerd had wel zes auto’s, weet je nog wel? En Erik heeft een Aston Martin.’

‘Fijn voor hem.’

‘Doe nou niet zo chagrijnig, schat,’ schoot Sylvia uit. ‘Ik heb niets met die man. Maar ik heb geld nodig. Dat snap je toch wel? Sjonnie is Sjoerds zoon. Hij heeft recht op een deel van de erfenis.’

‘Als...