Daar liep ze dan door Meppel. Wat moest een vrouw alleen in Meppel? Dat wist ze ook niet, maar ze liep een Bruna binnen en kocht een hotelgids en de nieuwe Opzij, over geluk en ongeluk. Het laatste was niet te vermijden, en het eerste, zo las ze staand bij de kassa, een saai verhaal. Ze betaalde en liep met haar plastic zakje richting de kerk. In een beetje stad had je rond de kerk cafés.

Inderdaad.

Bij een glaasje witte wijn en een tosti bladerde ze door de hotelgids. Het liefst had ze natuurlijk haar telefoon even gecheckt, maar nu ze a had gezegd, moest ze ook b zeggen. Moeder was op stap, moeder had er even genoeg van. En ze kon wel raden wie er op haar voicemail stonden. Een boze Harko, een boze Julia, een boze Regina. Nou ja, als ze met z’n drieën boos genoeg waren, kwamen ze er samen wel uit. Vanavond zou ze eens bellen.

Ze vond een leuk hotel in de buurt van Meppel, een oud kasteeltje met op het dak wel zes ooievaarsnesten, allemaal bezet door klepperende vogels. De...