‘We staan voor een raadsel,’ zei dokter De Wit, en zijn mooie, helder blauwe ogen keken Evelien recht aan. ‘U mankeert niets.’ Hij glimlachte. ‘Nou ja, inwendige kneuzingen, een maagperforatie en een buikwandbloeding, maar we kunnen niet verklaren waarom u uw stem kwijt bent.’

‘Mooi is dat,’ bromde Harko. Hij had voor Evelien een mooi blocnote gekocht waar ze haar vragen en opmerkingen op kon schrijven en keek nu toe hoe ze schreef.

‘Ik wil naar Amsterdam.’

‘Mijn vrouw wil naar Amsterdam,’ las Harko voor.

Dokter De Wit en zijn collega keken elkaar aan. Het zou toch niet aan Zwolle liggen dat hun patiënte haar stem kwijt was? Waarom zouden ze in Amsterdam wel weten hoe het kwam? ‘Moet u horen,’ sprak De Wit met sonore, warme stem, ‘ik ben al twintig jaar kno-specialist. Als ze het in het westen niet weten, halen ze mij, soms per helikopter – ik denk echt niet dat ik u beter af bent in het VU of het AMC.’

‘Ik wel,’ krabbelde Evelien...