Het duurde even voor ze het Harko vertelde. Ze wist vaak niet wat ze aan hem had als het over dit soort dingen ging. De ene keer reageerde hij heel bruusk en moest er met harde hand worden opgetreden, de andere keer haalde hij zijn schouders op en zei hij: ‘Ach, nou ja, logisch, ze worden groter.’ Echt helemaal aanwezig was hij niet in het gezin, behalve als het op de schoolprestaties aankwam, dan wilde hij overal de finesses van weten.

Nu ja.

Ze zaten in de auto, want ze gingen samen naar het tuincentrum. Lulliger kon het niet, maar het had toch ook wel iets knus. Misschien moeten we vaker naar het tuincentrum gaan, dacht Eve­lien, dat doen andere mensen ook samen. Of naar de meubelboulevard, gewoon kijken, op zondag. Van die dingen die mensen samen doen. Soms verlangde ze daar naar. Maar Har­ko had er weinig mee. Hij werkte, en hij werkte. Als hij thuis was, werkte hij ook of las hij de krant. Hij was niet het type dat op zaterdagmiddag eens even fijn een gat in de tuin...