Daar liepen ze dan, op zaterdagavond. ‘Een wandelingetje maken,’ noemde Harko het, ‘een blokje om.’ Het was al half twaalf en eigenlijk was Evelien moe. Maar het was een mooie avond, fris en helder, met een volle maan, en na een paar straten begon ze er lol in te krijgen.

‘Waar gaan we heen?’ vroeg ze.

‘Wat denk je van het café?’ vroeg Harko.

Het was best lang geleden dat ze samen in een café waren geweest. Gek. Toen ze jong waren, zaten ze er toch regelmatig urenlang. Met de komst van de kinderen was de klad er in gekomen en nu die zelf bijna de leeftijd hadden om naar de kroeg te gaan, konden hun ouders het ook weer doen. Als ze tenminste een geschikt café konden vinden. ‘Leuk,’ zei Evelien, en ze gaf Harko een arm.

Ze kwamen terecht in een klein, stampvol cafeetje waar geen muziek werd gedraaid. Alle tafeltjes waren bezet. Ze moesten staan. Terwijl Harko in het gedrang bij de bar iets te drinken probeerde te bestellen, keek Evelien om zich heen – een...