‘Hoe bedoel je?’ vroeg Harko slaperig. ‘Zoals ik het zeg, schat,’ zei Evelien kribbig. ‘Ik reed te hard, ik ben aangehouden door de politie. En ze hebben mijn rijbewijs ingenomen.’

‘Jezus! En de auto?’

‘Die staat hier dus, maar ik kan er niet in rijden.’

‘Tuurlijk wel.’

‘Nee, niet, dus. Je zult zien dat die twee eikels ergens achter en viaduct staan te wachten tot ik voorbij kom. Dan ben ik helemaal de sigaar.’

‘Nou, slim hoor.’

‘Lag je te slapen?’

‘Ja, mag het eens een keer?’

Evelien haalde diep adem. Natuurlijk mocht hij van haar op zaterdag slapen. Zeker als zij er niet was. Ook als ze er wel was. Zelf zou ze trouwens ook liever in bed liggen.

‘En nu?’ vroeg Harko door.

‘Nou, ik denk dat je ons moet komen halen.’

‘Waar ben je?’

‘Benzinestation in de buurt van Noordeloos. Vlak bij Gorinchem.’

‘Ik zal eens kijken hoe ik daar kan komen, maar het gaat wel even duren.’

‘Sorry schat.’

‘Is goed. Ik bel je als ik weet hoe laat ik er ben.’

Ze hingen op. Evelien had het koud gekregen. Er...