‘Ik wil mijn elastiekje terug,’ hoorde ze Regina tegen Julia zeggen. De meiden waren in de badkamer, en Evelien stond in de slaapkamer te strijken. Geen leuk werk, maar het moest gebeuren.

‘Het is jouw elastiekje helemaal niet,’ antwoordde Julia.

‘Nou zeg, het is mijn elastiekje wel. Ik heb het je uitgeleend vanochtend. Mongool!’

Het scheldwoord mongool kwam vaak voorbij in huize Van Brakem. Afhankelijk van hoe het werd uitgesproken, kon het grof en beledigend of liefkozend bedoeld zijn. Nu hing het er een beetje tussenin.

‘Je hebt het me gegeven, hoor. Dat weet ik zeker.’

‘Waarom zou ik jou mijn elastiekje geven? Kom op zeg!’

‘Nou, je gaf het mij omdat het toch al van mij was. Ik had het op de grond laten vallen en jij raapte het op. Toen ik vroeg om een elastiekje gaf je het aan mij.’

‘Ga nou toch heen gek!’ riep Regina uit, ‘hoe verzin je het!’

Evelien glimlachte. Het was net alsof ze naar een wonderlijk hoorspel aan het luisteren was, een show speciaal voor haar. En mooi...