Van der Bosschoten had er een hele productie van gemaakt. Ze waren gewekt met een copieus ontbijt en daarna had hij hen naar hun huis gevoerd in een limousine.

‘Beetje overdreven is het wel,’ had Evelien gefluisterd, terwijl de meiden zich op de cadeautjes stortten die her en der in de auto verstopt lagen.

‘Sssttt,’ had Harko gedaan, maar ook hij was onder de indruk.

‘Mam, kijk, een Playstation.’ Dat was Julia. Dol op spelletjes inderdaad.

‘Ik een iPod.’ Daar was Regina al een tijd voor aan het sparen.

Evelien had de spullen het liefst het raam uit gegooid, maar de raampjes konden niet open, daar moest ze de chauffeur voor alarmeren. Voor hetzelfde geld werden ze trouwens ontvoerd op dit moment. Ze reden in ieder geval niet de goede kant op.

‘Ik weet wat u denkt, mevrouw,’ had het uit de speakers geklonken. ‘U denkt dat ik u ontvoer.’ Van der Bosschoten had gelachen. Het was een onsmakelijk, onvergetelijk en angstaanjagend lachje geweest. Ze had onmiddellijk naar Harko gekeken –...