Evelien was de draad kwijt en dus ging ze shoppen. Ze had haar oog laten vallen op een broek van Tommy Hilfiger waar ze reclame voor had gezien. De kans bestond natuurlijk dat over een paar weken iedereen in die broek liep. Dat had je vaak als ergens veel reclame voor werd gemaakt. Maar deze keer nam ze dat risico voor lief.

De broek was er niet.

‘Dat heb ik nou altijd,’ stampvoette ze bijna toen de verkoopster haar het slechte nieuws kwam brengen.

‘Ik ook mevrouw,’ zei het meisje, ‘dan wil je eens wat, en dan is het er niet. Zullen we gezellig samen iets anders uitzoeken?’

Gezellig samen – het moest toch niet gekker worden. ‘Nee, dank je,’ zei Evelien. Ze kon zich beheersen, anders had ze iets kapot gemaakt.

‘Oké mevrouw, zoals u wilt,’ zei het meisje netjes en ze draaide zich om, om iets anders te gaan doen.

Evelien aarzelde. Ze kende zichzelf. Ze had wel vaker iets gekocht, alleen maar omdat het personeel ergens heel aardig tegen haar was. Meestal bleek het dan later om een...