De boom stond in de kamer, de ballen hingen er in, de piek zat in de top (dat was nog een heel gehannes met de keukentrap geweest), de lampjes brandden. Het enige dat ontbrak was de gezelligheid, want er was niemand thuis. Evelien vond het ook belachelijk vroeg om al een kerstboom in huis te hebben, maar Harko was er daags na Sinterklaas mee thuisgekomen.

Hij ging even sigaren halen, en kwam met de grootste Nordstar thuis die hij kon vinden. Nadat hij hem in de hoek van de kamer had neergepoot, ging hij tevreden in zijn stoel zitten. ‘Gezellig,’ zei hij, ‘en wat ruikt het lekker hè, zo’n boom.’

‘En nu verwacht je zeker dat ik op zolder de kerstspullen ga zoeken en die boom ga optuigen,’ zei Evelien scherp. ‘Man, de pepernoten zijn het huis nog niet eens uit.’

Zuchtend werkte hij zich uit zijn stoel. ‘Ik ga die spullen wel even pakken.’

Evelien kon een klein lachje maar moeizaam onderdrukken. Die spullen ging hij nooit vinden. Als er iemand de weg niet wist in zijn eigen huis, was...