Bij het opruimen van een kast kwam Evelien een jurk tegen die ze al jaren niet meer had gezien, en die ze eigenlijk compleet was vergeten: een geel niemendalletje met kleine, rode bloemetjes, een ouderwets zomerjurkje, van Agnes B.

De jurk lag verstopt onder een stapel T-shirts van Harko, T-shirts die hij zelden meer droeg, maar die toch heel wat ruimte in de kast in beslag lagen te nemen. Ze haatte dat, volle kasten, maar aan de andere kant: kleren weggooien was ook weer zoiets. Iets dat nu ouderwets was, kon over twee jaar zomaar weer hip zijn, en andere spullen hadden zoveel geld gekost dat je ze niet makkelijk in een vuilniszak stopte. T-shirts die niet meer gedragen werden, daar had ze geen problemen mee, en de kans dat Harko ze zou missen was nihil. Maar hoe kwam dat jurkje van haar tussen zijn T-shirts terecht?

Ze wist bijna zeker dat ze het er niet zelf tussen had gelegd. Jurkjes moesten hangen, daar was ze precies in. Al haar jurken hingen, de mooiste zelfs in plastic van...