‘We hadden Kees mee moeten nemen,’ zei Evelien toen ze twee keer de boulevard de la Croisette in Can­nes waren afgewandeld. Ze had nog nooit zoveel vrouwen met honden gezien: oude dames met keurig verzorgde poedels, jonge dellen die eruitzagen als fotomodellen met schitterende jachthonden. En dure auto’s, okay, die waren er ook.

‘Hou op,’ mompelde Harko, ‘Kom, we gaan daar zitten.’ Hij wees naar een terras op het strand en pakte haar bij haar hand. ‘Het is lunchtijd. Ik heb honger.’

‘Het is halftwaalf,’ schamperde Evelien, maar ook zij had zin in iets lekkers, want ze waren al vanaf vijf uur die ochtend op de been. Voor dag en dauw opstaan, taxi naar Schiphol, inchecken, vliegen, zeven uur waren ze in Nice aangekomen, weer een taxi – halfnegen in Cannes waar het leven net op gang kwam en ze nog niet terecht konden in hun hotel. Bagage stallen en wandelen maar. De zon scheen, de Middellandse Zee lag er stralend blauw bij, de hotels langs de boulevard stonden...