De verdubbeling van het aantal vijfenzestigplussers in de komende decennia gaat gepaard met hoge kosten voor de staatskas, maar een deel van die extra kosten wordt door de vijfenzestigplussers zelf betaald.

De grootste post is de inkomstenbelasting: omdat vijfenzestigminners hun pensioenpremies mogen aftrekken voor de inkomstenbelasting, zijn pensioeninkomsten van vijfenzestigplussers belast. Toenemend pensioeninkomen leidt zo tot stijgende belastinginkomsten. Direct hieraan gekoppeld zijn de staatsinkomsten die ontstaan als de vijfenzestigplussers hun pensioengeld uitgeven: 19 procent btw op praktisch elke aanschaf.

De derde bron van inkomsten blijft tot nu toe in de discussie onderbelicht: erfenissen, of liever de successiebelasting die op erfenissen geheven wordt. In de vergrijzingssommen die in Den Haag door het Centraal Planbureau (CPB) en ambtenaren gemaakt worden, spelen erfenissen nauwelijks een rol. Maar Misha van Denderen, filosoof en marktanalist, deed onlangs in...