Wat hadden we een mazzel, in 1989, met Salman Rushdie en zijn Duiv­els­ver­zen. Ik weet het, slecht geschreven boeken verdienen principieel evenveel bescherming, en onuitstaanbare schrijvers die hun vrouw slaan ook – althans hun schrijfwerk. Maar het is zoveel gemakkelijker als je te maken hebt met een serieuze en overambitieuze roman van meer dan vijfhonderd pagina’s. Wie kan dan nog geloven dat vijf, zes jaar ploeteren alleen maar bedoeld zijn als provocatie? Het is echt eenvoudiger een spandoek te maken met ‘Jezus is een aap’ of ‘De profeet is een varken’.

Het hielp ook dat Rushdie over die prachtige linkse en multiculturele geloofsbrieven beschikte. Deze man, zelf modelmigrant, had zich altijd opgesteld als de verdediger van het Nieu­we Groot-Brittannië, waar al die verschillende religies en overtuigingen, kleuren en smaken samenleefden. Hij had dat multiculturalisme altijd een ‘verrijking’ genoemd, zoals dat hoorde in die dagen. En juist het...