Onze literair criticus Jeroen Vullings las afgelopen maand De schoonheid van de nacht van Gabriele d’Annunzio en RICO van Leon Verdonschot.

Onvermoeibaar in literatuur en liefde

De mare wil dat Gabriele d’Annunzio (Pescara 1863-Gardone 1938) zijn leven ‘tot het uiterste’ leefde. Hij ondernam inderdaad veel. Deze ‘vader van de moderne Italiaanse literatuur’ was dichter, journalist, schrijver, oorlogsheld, politicus, taalvernieuwer en intellectueel. Voorts hield hij van vrouwen (dat was wederzijds), paarden, hazewindhonden en cocaïne. Hij leefde kwistig, decadent en gericht op esthetiek. Lees je de biografische schets in De schoonheid van de nacht door het vertaaltalent Jan van der Haar, dan duizelt het je: d’Annunzio was onvermoeibaar in de weer met de literatuur en de liefde. Door Mussolini’s bewondering voor hem is hij geassocieerd met het fascisme, maar dat is volgens Van der Haar onterecht. Wel liet hij zich de eerbewijzen en geschenken van Mussolini goed...