Er is een kloof tussen de mensen die het zich wel en de mensen die het zich niet kunnen veroorloven om te zeggen wat ze vinden.

Het was een goed idee voor ons studentenblad Babel: we trokken naar Venlo om daar op zoek te gaan naar PVV-sympathisanten. Het was 2011 en de PVV was opvallend groot in de geboortestad van partijleider Geert Wilders.

Ik herinner me vooral de heenreis, hoe mijn Babel-collega’s met hun rug richting het zuiden gleden, terwijl ik vooruit reed. De trein was te druk om samen in een set van vier te zitten en dus praatten we over het gangpad heen. Het ging over wat we verwachtten aan te treffen in Venlo en ik vreesde dat er Venloërs in de wagon zaten. Ik schaamde me voor ons gesprek. Mijn collega’s gebruikten woorden – ‘kak’, ‘een vriendje van mij’, ‘domme lui’ – waarmee ik mij niet wilde vereenzelvigen (schaamte en snobisme gaan goed samen).

Zeggen wat je vindt, dat lijkt momenteel hét criterium om een populair politicus te worden.
Hoe dan...