Een verkeerde partner vergiftigt het leven als een bedorven mossel. Een psycholoog kan ons helpen kiezen, denkt Alain de Botton. Pardon? Het lijkt wel alsof we uitgehuwelijkt worden.

Partnerkeus is de belangrijkste beslissing in het leven. Niet de vrijblijvende spielerei met relaties, maar de keus om definitief met iemand in zee te gaan. De keus met wie je je leven gaat vervlechten, is belangrijker dan welke opleiding, wat voor werk of woonomgeving ook, omdat verkeerde keuzes op die gebieden altijd bijgesteld kunnen worden in het licht van voortschrijdende persoonlijke ontwikkeling, terwijl een verkeerde partner als een bedorven mossel het leven vergiftigt. Niet alleen dat van de ongelukkig getrouwden zelf, maar ook dat van eventuele kinderen. Bovendien is het duur om weer van elkaar af te komen.

Pastoraal filosoof en levenskunstenaar Alain de Botton, altijd bezig met het brengen van geluk onder mensen die in duisternis verkeren, verbaasde zich er onlangs op de opiniepagina van NRC over dat het probleem van de verkeerde partnerkeus niet hoog op de maatschappelijke agenda staat, zoals roken of verkeersdoden. Ook echtscheiding brengt onnoemelijk veel slachtoffers met zich mee. Dat komt volgens De Botton doordat mensen in de westerse cultuur zijn blijven steken in normatieve opvattingen over het romantische huwelijk. Dat was weliswaar een stapje vooruit vergeleken bij de daaraan voorafgaande praktijk van het verstandshuwelijk (dat hij vulgariserend samenvat als het bij elkaar voegen van twee lapjes landbouwgrond), maar pakt nog steeds desastreus uit.

Send in de psychologen, alsof er niet al genoeg clowns opereren op deze markt.

Mensen hebben geen zelfkennis, laat staan dat ze anderen doorgronden, dus storten ze zich verblind door verliefdheid in een huwelijk, met voorspelbare gevolgen: 40 procent houdt geen stand. Je zou verwachten dat De Botton een greep doet in het filosofische medicijnkastje, maar nee, het is tijd voor het psychologische huwelijk: ‘In een verstandige samenleving zouden potentiële partners elkaar gedetailleerde psychologische vragenlijsten voorleggen en zich uitvoerig laten testen door teams van psychologen.’ Send in de psychologen, alsof er niet al genoeg clowns opereren op deze markt.

Nu is de psychologie een mooi vak in de reparatiesfeer, maar op individueel niveau voorspellen, is niet de kracht ervan. De Botton hanteert een, alweer vulgariserende, opvatting van de psycholoog als ‘iemand die door je heen kan kijken’, een idee dat iedere eerstejaars psychologiestudent binnen een week wordt afgeleerd. Ze kunnen testjes afnemen, inderdaad, maar dat is allemaal zelfrapportage. Ik heb zelf ook wel eens zo’n test ingevuld op internet en kwam op alle belangrijke dimensies in het midden uit, behalve op neuroticisme (dat was laag). Betekent dat dat alle andere gemiddelde mensen geschikt zouden zijn als mijn partner? Natuurlijk niet, of misschien ook wel, zolang ze aardig, slim en betrouwbaar zijn. Maar dat kan ik zelf ook bepalen als ik een tijdje met iemand ben omgegaan.

Het idee dat iemand als een afhankelijke patiënt zijn partnerkeus zou laten bepalen door externe deskundigen die zitten te rekenen met complementaire of symmetrische karaktertrekjes is een slappe variant op het beproefde gearrangeerde huwelijk, waarvoor tenminste nog pleit dat ouders hun kind terdege kennen en redelijk kunnen voorspellen wie een geschikte partner zou kunnen zijn. Het is lastig voor te stellen dat mensen warmlopen voor het door psychologen gefiatteerde huwelijk.

Toch is net deze week de realityserie Married at first sight begonnen, waarin singles zich door ‘de wetenschap’ (een psycholoog, een bioloog en een seksuoloog) laten opmeten en doorlichten, waarna ze gekoppeld worden aan een partner met wie ze ook meteen moeten trouwen. Dit trouw-of-ik-schiet-element werd als verrassing aangekondigd aan de deelnemers die dachten dat ze alleen gematcht zouden worden. Slechts 20 procent trok zich terug omdat ze een trouwbeslissing te serieus vonden voor een geinige realityshow. Van de in het buitenland via dit tv-format gesloten huwelijken schijnt het merendeel alweer verbroken te zijn. De wetenschap heeft geen oplossing voor dit probleem en zal die ook nooit vinden.