De eerste drie weken na de MH17-ramp sliep Arie de Bruijn op zijn werk. Daar moest hij met het door hem aangevoerde Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) de lichamen identificeren. Hoe 5.000 resten 296 namen werden.

Donderdag 17 juli 2014, rond half zes op een warme zomeravond. De werkdag van Arie de Bruijn in de Utrechtse Fort aan de Bilt zit erop en hij rijdt over de A28 naar zijn huis in Beilen, onder Assen. Op zijn autoradio, standaard afgestemd op Radio 1, hoort hij Radio Tour de France onderbroken worden voor een nieuwsbericht: een passagiersvliegtuig van Malaysia Airlines is in het oosten van de Oekraïne neergestort. Waarschijnlijk neergehaald door een van de strijdende partijen, wordt er meteen al gemeld. De Bruijn analyseert. Het toestel was rond het middaguur vanuit Schiphol naar Kuala Lumpur vertrokken. Amsterdam. Maleisië. Een geliefde vakantiebestemming. Het kan niet anders dan dat er Nederlandse slachtoffers zijn. De Bruijn belt met zijn collega’s van het...